Ontvangstcapaciteit

Ontvangstcapaciteit.

Met lange tanden staar ik naar een lege bladzijde in mijn werkboekje. “Marketingstrategie” staat er hoopvol bovenaan de bladzijde. Ik zucht nog een keer en wacht op de gestructureerde ondernemer in mij die spontaan stevig aan de slag gaat met iets dat heel erg het verschil gaat maken.
Er gebeurt niets. Mijn tanden worden nog langer en een donkere tegenzin neemt ruim bezit van mijn gedachten. Dat ik mezelf moet aanprijzen en heel erg zichtbaar moet zijn ik vind het iets verschrikkelijks. Maar dat is de trend, want iedereen zit zichzelf te exposeren op social media in de hoop dat het iets oplevert. Ik vraag me af wie er op mij zit te wachten.

Ik zit zelf namelijk niet vaak te wachten op alle “kijk mij geweldig zijn, hiermee ga ik jouw leven redden” e-mails die ik regelmatig mag ontvangen van collega ondernemers en ik vraag me af of ik in stilte groot kan worden? Uit pure ellende volg ik een webinar van een Belgische dame die mij belooft dat ondernemen ook eenvoudiger kan en dat money moeiteloos in de richting van mijn bankrekening kan flowen. Ik ben benieuwd.

Als eerste vraagt ze ons als ondernemer de ogen te sluiten en aan geld te denken. Wat is het eerste woord dat in je opkomt vraagt ze. ‘TEKORT!!! Ik kom tekort’, roep ik tegen mijn computer. Iets later wil ze weten in welke mate mijn kanaal open staat om geld te ontvangen. Heb ik daar een kanaal voor? Ik wist niet dat ik die poort gewoon open kon gooien. Uiteindelijk blijkt alles in verband te staan met mijn ontvangstcapaciteit. Hoeveel kan ik ontvangen aan vrijheid? Geld? Geluk? Liefde? Hoe kundig ben ik in ontvangen? Die vraag vind ik vele malen interessanter dan werken aan mijn social media marketingstrategie en ik ga op onderzoek uit.

Die week ga ik zoals altijd op dinsdagmorgen met mijn zoontje naar de bakkel (mijn zoon kan nog steeds de ‘R’ niet uitspreken) en daar herhaalt zich elke dinsdagochtend hetzelfde ritueel. Ik koop brood, mijn tweejarige zoon doet niks en daarom krijgt hij van de warme bakkersvrouw een cakeje. Ze begroet hem uitbundig en begint vrolijk te roepen dat ze zich al afvroeg waar haar lieve meid bleef (de bakkel denkt dat hij een zij is en ik heb haar niet tegengesproken). Zoonlief staat klaar om het cakeje te ontvangen, wacht keurig tot de bakkersvrouw uitgekird is en eet dan zonder twijfel het cakeje meteen op. Ze genieten allebei van het spel en eigenlijk is het wonderschoon om te aanschouwen. En dan kom ik:

‘Wat zeg je dan?’

Mijn zoon kijkt me aan en zegt niets.

Dus zeg ik iets of wat beschaamd: ‘Heb je al dankjewel gezegd?’

‘Dankjeweeeeeeel’, zegt hij plichtmatig en poef. Weg is de betovering.

Ik heb de vrede verstoord en probeer met goed fatsoen het ontvangstkanaal van mijn zoontje te verstoppen. Hij vraagt zich niet af of hij het cakeje wel waard is en ontvangt het elke dinsdag met open armen. Komt u maar door met wat u mij wilt geven! Sinds een jaar of dertig krijg ik geen cakeje meer van de bakker, noch een plakje worst van de slager en vraag me af of ik moeite heb met ontvangen. Meteen hoor ik mijzelf klagen tegen manlief (en de kinderen krijgen daar ongetwijfeld alles van mee), dat ik wel heel veel (op)geef en er verrekte weinig goud, Douglas-bonnen of romantische uitjes voor terugkrijg. Wat een vervelend onderzoek dit, ik blijk een hebberige, hongerige, tekortkomende vrouw en moeder te zijn die stiekem vindt dat ze recht heeft op van alles. Ik vermoed dat het allemaal met een gevoel van eigenwaarde te maken heeft en dat de oplossing zoals altijd weer eens bij mijzelf ligt. Dit gaat niet over cadeautjes of complimenten ontvangen, dit gaat over aanvaarden. Dit gaat veel verder dan voor jezelf opkomen, dit gaat over jezelf niet afwijzen. Verdorie. Heb ik weer.

Ik graaf verder en probeer de diepte van ontvangen te voelen. Vroeger (en heel af en toe doet hij het nog) maakte mijn vader weleens een kruisteken op mijn voorhoofd en bezegelde dat met een kus. Hij zegde mij het goede toe. Hij zegende mij. Het is een van de mooiste gebaren die ik mij herinner uit mijn jeugd. Temeer omdat wij niet kerkelijk waren, had ik het gevoel iets heiligs te ontvangen. Vrede werd ook mij toegewenst. Tegenwoordig word ik niet zo vaak meer gezegend en wordt je bij elke klacht over het leven aangeraden om je zegeningen tellen. Maar ook dat lijkt mij nobel gedrag dat uit een tekort is geboren. ‘Ik heb eigenlijk niks, ik wijs mezelf af, dus tel ik maar gauw mijn zegeningen, dan lijkt het nog wat’. Nu wil ik echt weten hoe het zit met dat ontvangen.

Ik wil mijzelf het goede toe kunnen zeggen en ik besluit de week af te sluiten met een lange wandeling. Helemaal alleen. Wat een zegen. Terwijl ik een lange beukenlaan afloop wil ik het voelen. Ontvangen.

Kan ik ontvangen?

Ik denk aan de handen van mijn vader, zijn hand die mij zegent. Het voelt een beetje spannend en ik kijk om me heen om er zeker van te zijn dat niemand mij ziet. Dan open ik mijn handen en loop met open handen verder naar de heide. Het voelt een beetje gek om zo met geopende handen te lopen, maar het klopt. De wind gaat door mijn handen heen en ik voel hoe mijn borst zich opent en mijn hart zich vult met ruimte en lucht.

Ik loop verder met open handen.

Die middag ontvang ik een prachtige wandeling.
Die middag ontvang ik diepe tranen.
Die middag ontvang ik een fikse regenbui.
Die middag ontvang ik oude pijn, gevoeligheden en angst.
Die middag ontvang ik vriendschap.
Die middag ontvang ik 24 likes en 8 commentaren.

Die middag heb ik niets en niemand bedankt. Ik heb alles aanvaard en niets afgewezen. Ontvangen is vrij, precies zoals mijn zoon zijn cakeje ontvangt. Bovenaan mijn werkboekje heb ik het woordje ‘marketingstrategie’ doorgestreept. ‘Ontvangstcapaciteit’ staat er nu. Dat ga ik oefenen en wat ik ontdek ga ik delen, want ik weet zeker dat ik niet de enige ben die zich weleens tekort gedaan voelt. Ik wens al mijn lezers het goede toe, maar heus, doe het zelf, open je handen en ontvang. Dat je jezelf niet afwijst en kunt aanvaarden en de vrede ook jou wordt toegewenst. Dát is pas een lekkere marketingboodschap!

Ik wens je een mooi ontvangstritueel toe en als je niet weet hoe, schrijf of bel me dan, dan openen we samen onze handen!

6 gedachten over “Ontvangstcapaciteit”

  1. Astrid Bödeker

    Open je handen en volg je hart, niet nieuw wel doeltreffend. Sterk verhaal Daniëlle, persoonlijk dichtbij. Hoop meer van je te lezen!

  2. Zooooo lief Daan. Mijn dochter zei “battel”. Zij kon de k en de r niet uitspreken. En iedereen vond haar een schattig jongetje. Van begin tot eind zo herkenbaar in jouw verhaal, hoe kinderen het van nature doen en wij, grote mensen, het van nature niet meer doen…..gewoon ontvangen.

  3. Hi Danielle,

    Wat een topblog weer!

    Laatst voelde ik ook de behoefte om tijdens een uitje met de hond gewoon lekker met gespreide benen en armen (en open handen) in het zand op het strand te gaan liggen…….en ja hoor, ook eerst even kijken of niemand mij zag . Gelukkig wel gedaan, want het voelde heerlijk! Nu realiseer ik mij dat ik behoefte had aan ontvangen . Dus volgende keer niet meer omkijken of iemand mij ziet, maar gewoon ongegeneerd ontvangen!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *